We doen tegenwoordig alles met passie. Pompoensoep maken, yogales en vooral werken. Met name de ondernemers en de zzp’ers zijn erg gepassioneerd:
Is werken met passie de nieuwe norm?
Ik leg het voor aan Evert Bleijenberg, strategie consultant, coach én speaker.
Bleijenberg: ‘Iedereen jumpt tegenwoordig zijn bed uit om vol passie aan het werk te gaan en daar het verschil te maken. Onzin natuurlijk, zoveel verschil kun je echt niet maken in onze volledig dichtgelaste samenleving. Het rare is dat de gepassioneerden dat zelf wél geloven. Erger nog: ze proberen iedereen tot die passie te bekeren.’
Waar komt die zakelijke bevlogenheid toch vandaan?
In den beginne was werken de straf van God: Hij legde Adam en zijn mannelijke nakomelingen een soort taakstraf op. Ze moesten tot hun dood op de akkers zwoegen.
Eva hoefde van God niet te werken. Zij moest nakomelingen baren. (betaald) Werken en baren gingen tot halverwege de twintigste eeuw niet goed samen. Mijn moeder werd ontslagen toen ze zwanger was en niemand vond dat toen raar.
Inmiddels werken er bijna evenveel vrouwen als mannen. Maar er is méér veranderd. Werk is niet langer een manier om je geld te verdienen, maar het is ook een middel tot zelfverwezenlijking en zingeving. En juist dat zijn wie je bent motiveert veel mensen om zzp’er of ondernemer te worden. Zij willen doen wat ze leuk vinden, hun hart volgen en hun passie najagen.
Maar word je wel gelukkig van het volgen van je hart?
Ja, zeggen de passietypes.
Nee, denk ik, als ik naar Ik vertrek kijk. Daar zit ze dan, op de camping die ze van een louche Hongaar heeft gekocht. In de regen en met een kapotte riolering. Met haar zieke moeder op 1500 kilometer afstand en kinderen die haar haten omdat ze hun vriendjes missen. Maar ze heeft toch maar mooi haar hart gevolgd. Die passie komt nog wel een keer. Na het schrobben van de wc’s misschien. Zuchtend plaatst ze op Instagram #livemydream bij de enige zonnige foto die ze heeft.
En die zingeving dan?
‘Zingeving in werk is een teken van sociale armoede’, zegt Bleijenberg. ‘We praten tegenwoordig alleen nog met elkaar via een scherm. Het werk is de enige plek waar nog menselijk contact mogelijk is. Ooit vonden we relevantie in familie, vrienden en hobby’s. Toen had de vraag wie je was of waar je blij van werd geen enkele relatie met het aantal stofzuigers dat je die dag in elkaar gezet had.’
Ja, maar het is toch gewoon fijn als je lol in je werk hebt?
Lol wel, maar passie is overdreven. Als je niet oppast, dan ontaardt passie in grenzeloos bezig zijn met je werk, waarbij je vergeet te ontspannen en nooit meer niks doet. Je doet nooit meer iets nutteloos. Het gevolg? Je brandt langzaam op.
Het gevaar van een burn-out ligt ook op de loer als je niet genoeg verdient met je passie. Er is nu eenmaal geen markt voor iedereen die zin heeft om zijn eigen hart te volgen. Het gevolg: geen geld en veel stress. In dat geval is het -geloof mij- prima om leuk werk te zoeken en je passie thuis uit te leven.
Of ik soms jaloers ben, omdat ik die werkpassie niet ken?
Valt mee. Ik heb ook zo mijn momenten. Bijvoorbeeld als ik om vier uur ’s nachts opsta omdat ik een briljant idee heb en van de adrenaline niet meer kan slapen.
Mijn allergie voor het woord passie op social media zit hem vooral in de bijna religieuze werkverheerlijking. Dát kan wel wat minder.
Dus?
Jubeltweets over werk zijn het gevolg van individualisering, online-isering en het idee dat alles méér dan leuk moet zijn. Ze hebben geen enkel voordeel, behalve dat je verraadt dat je een potentieel burn-out slachtoffer bent én dat je dol op clichés bent.